• Column || Onze zelfverkozen hel


    Natuurlijk is voetbal in principe onuitstaanbaar saai, daar gaat het niet om. Het zijn de krankzinnige emoties eromheen die ons als scheidsrechters ook prikkelen. Ik zag op tv een speler van Excelsior die gescoord had tegen FC Den Bosch en hij was daar reuzeblij mee. Leuk dacht ik nog, mooi als je zo kan genieten van een punt scoren in een spel. Het zijn toch de kleine dingen die het leven kleur geven, nietwaar? Het was al een beetje bijzonder om het grimas op het gezicht van Mendes Moreira te aanschouwen. Zijn ploeggenoten kwamen aanrennen, iedereen was razend enthousiast maar tegelijk boos. Tikje overdreven dacht ik nog, maar als mensen zonder drugs zó extatisch kunnen worden, dan moet je daar niet cynisch over gaan zitten doen.

    De camera ving echter ook de toeschouwers op de achtergrond. Die steunden de andere club, en die waren, tja, zich aan het gedragen als een stel hersenloze. Het was een negatieve extase die over ze was gekomen. Gecombineerd met racistische sympathieën, zoiets? Centraal in beeld maakt er eentje oerwoudgeluiden naar de jongen die zojuist de bal in het netje had doen rollen. Tranen in de ogen van kou en woede. Het was duidelijk dat hij echt enorm van streek was, terwijl objectief gezien alles in orde was met de wereld. Ik bedoel, niemand was gewond geraakt, alles was nog heel, geen eigendommen waren ontvreemd. Er viel werkelijk niets te zien wat zijn schandalige, racistische gedrag zou goedpraten. Maar zoals er monniken zijn die hun hele leven wijden aan het ontwikkelen van alomvattende liefde, zo was deze man verworden tot een witte, boze man. Jegens een voetbalspeler hè? Niet tegen de overheid, Google, zijn werkgever of een andere kracht die op ramkoers lag met zijn wereldbeeld – nee, een voetbalspeler. Toevallig meer donker van kleur dan hijzelf. Uit een andere stad nota bene; hij had ze zijn hele leven nooit hoeven tegenkomen, maar toch had hij speciaal een kaartje gekocht om gemarteld te worden in zijn zelfverkozen hel.

    Zijn van haat vertrokken gezicht, de Hitlergroeten – ik lag er wakker van. Serieus. Moet ik, hoe marginaal ook, een rol hebben als scheidsrechter in op voetbalvelden die bol staan van haat en misdragende mannen? Het lijkt zo in de cultuur verweven, dat ik oprecht soms denk: dit komt niet goed. De massaliteit van spreekkoren, de normale mannen die doordeweeks zichzelf van 9 tot 5 door een onbenullige kantoorbaan worstelen en bij FC Den Bosch opeens gaan gedragen als de eerste de beste Hansworst. Het gaat veel te ver.

    Soms weet ik het even niet meer.