Het leven was vroeger overzichtelijk: als je minder dan 30 duizend euro per jaar
verdiende, noemde je je zoon Kees en zette je hem op voetbal; verdiende je je
meer dan dat, dan plakte je er een extra naam aan vast, zoals Jan-Kees of Jan-
Joost, en stuurde je hem naar het hockeyveld.
Dat die wetmatigheid anno 2019 niet meer opgaat, zag ik gisteren in de
Scheidsrechter (ik ben de enige die dat blad nog leest, sinds het digitaal is
gegaan), toen Joey Kooij een relatie bleek te hebben met Romy-Rae de Boer,
maar ik zag het vooral toen ik dit weekend in Delfzijl op bliksembezoek was bij
een rits vrienden welke opeens allemaal kinderen schijnen te hebben. Nu
droegen al die baby’s prachtige, originele namen, daar niet van, maar toch werd
ik onbedoeld bevangen door een ontzettend groot medelijden. Ik weet namelijk
hoe het is om te leven met een vreemde naam.
Ik heb er vaak navraag naar gedaan, maar toch is de reden achter mijn naam
mij nooit volledig duidelijk geworden. Mijn oudere broers heten gewoon Niels en
Daan, maar mijn bevalling verliep schijnbaar zo moeizaam dan mijn ouders
besloten wraak te nemen door mij eerst Paul Anton Martini te noemen en mij
dusdanig met veel liefde groot te brengen dat ik 4 jaar later door iedereen
geterroriseerd ben met een niet uit te spreken naam (probeer dat maar eens
hardop: Paul) en nog eens 10 jaar later iedereen opeens Anton Aus Tirol op luide
toon begon te schreeuwen. Nee, het leven is niet altijd gemakkelijk geweest.
Onder het genot van een biertje genaamd Zeezuiper (het kan dus nóg erger),
deelde ik mijn identiteitscrisis met een vriend, en hij zei: ‘Ja? Nou en?’ Daar had
hij een punt. Nu heb je al snel een punt wanneer je ‘Ja? Nou en?’ zegt als
iemand ergens over klaagt. En er zijn therapeuten die een goede boterham
verdienen met niets anders dan dat.
‘Mijn moeder dronk en mijn vader was er nooit’
‘Ja? Nou en?’
Enfin. De vriend had gelijk natuurlijk. En dan nog wat: een echte vent zal het
aan zijn reet roesten dat het even niet lukt met fluiten, dat je buik dikker is dan
voorheen. Zolang je je jezelf nog een beetje door de wedstrijd heenrommelt, is
er niets aan de hand. En als er dan iemand op een hoger niveau (en een platte
buik) voorbij komt, en je dan denkt: daar heb ik ook recht op! Ik werk hard, ik
zeg nooit af, het is een vrij land, ik wil ook naar het WK Vrouwen.
Zo werkt het natuurlijk niet. Had je maar een andere naam moeten nemen.
Mytylweg 79
3585 LK Utrecht
T: 030-7617698
E: info@svdu.nl